zondag, augustus 27, 2006

"Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht"

door Mark Haddon. Een ontroerend, geestig, maar ook tragisch verhaal dat je nooit meer vergeet. De hoofdpersoon en verteller van dit verhaal is Christopher Boone, een 15 jarige autistische jongen die in de tuin van de overbuurvrouw haar hond vindt, gedood door een spitvork. Christopher besluit om uit te zoeken wie de hond van mevrouw Shears gedood heeft. Voor dit onderzoek moet hij grenzen verleggen want Christopher is bijvoorbeeld nog nooit ver van huis geweest, behalve als hij naar school gaat met de bus. Hij praat ook nooit met mensen die hij niet kent want hij vindt mensen "verwarrend". Mensen praten zonder woorden te gebruiken of gebruiken metaforen, zoals "ik schrik me een hoedje", en dat begrijpt Christopher niet. Hij heeft een afschuw van de kleuren geel en bruin dus alles in die kleuren probeert hij te vermijden. Hij houdt er ook niet van als mensen hem aanraken, doen ze dat wel dan begint Christopher te gillen, heel hard. Of hij gaat heel luiddruchtig kreunen als hij in de war is en de dingen niet volgens een vast patroon lopen. Waar hij in uitblinkt dat is logica en wiskunde. Tijdens zijn onderzoek naar de dood van Wellington (hond van mevrouw Shears) doet Christopher examen wiskunde. Hij heeft dit nodig om straks toegelaten te worden op de universteit. Hij verzint formules en is doorlopend in de weer met getallen en priemgetallen vooral op momenten dat hij het moeilijk heeft. In het laatste stadium van zijn onderzoek gaat Christopher naar London. Hij neemt alleen zijn rat Toby mee in zijn binnenzak. Een wereldreis voor iemand die nog nooit alleen gereisd heeft. Hij maakt veel nieuwe en vooral ook verwarrende zaken mee. Hij heeft een fotografisch geheugen en dat is zeer vermoeiend. Want als Christopher iets ziet neemt hij al de details in zich op en kan dat nadien moeiteloos oproepen. "Toen kwam de politie. Ik houd van de politie. Ze hebben uniformen en cijfers en je weet wat ze moeten doen. De agent hurkte naast me en zei: "Zou je mij willen vertellen wat hier aan de hand is, jongeman?" Ik ging rechtop zitten en zei: "Die hond is dood." "Zover was ik al,"zie hij. Ik zei: "Ik denk dat iemand die hond heeft vermoord." "Hoe oud ben jij?" vroeg hij. ik antwoordde: "Ik ben 15 jaar en 3 maanden en 2 dagen." "En wat deed je precies in de tuin?' vroeg hij. "Ik hield die hond vast,"antwoordde ik. "En waarom hield je die hond vast?' vroeg hij. Dat was een moeilijke vraag. Het was iets wat ik wilde doen. Ik hou van honden. Ik werd verdrietig toen ik zag dat de hond dood was. "..................." De agent zei: "ik ga je nog een keer vragen..." Ik rolde weer het gazon op en drukte mijn voorhoofd tegen het gras en maakte het geluid dat vader kreunen noemt. Dat geluid maak ik als er te veel informatie uit de buitenwereld mijn hoofd inkomt. Dit boek heeft in Engeland verschillende prijzen gekregen en in Nederland één prijs. (Zilveren zoen)