maandag, december 18, 2006

Jane Harris, De observaties (3)

Bessy is geschokt als ze leest wat madame over haar geschreven heeft. Ze voelt zich gebruikt. Madame geeft niet om haar maar gebruikt haar voor een experiment. Bessy heeft veel verdriet want ze is stapel op mevrouw maar ze is ook woedend. Ze besluit wraak te nemen en uiteindelijk lijdt dit er toe dat madame een zenuwinzinking krijgt. Bessy krijgt hierdoor schuldgevoelens omdat ze dit niet heeft gewild. Dan blijkt dat madame Arabella een geheim met zich meedraagt en Bessy is vastbesloten om achter de waarheid te komen. Het verhaal leest vlot en makkelijk en boeit tot het einde. Bessy is een innemende persoonlijkheid die in haar jeugd veel heeft meegemaakt. Zij heeft een ontaarde, drankzuchtige en luie moeder die haar als prostituée liet werken om geld te verdienen. Bessy ontvlucht deze hel op jonge leeftijd en komt dan bij madame terecht. Het taalgebruik is wennen, maar absoluut komisch en passend bij de hoofdpersoon Bessy. 'Nou, Bessy,' zei ze, 'een dagboek behoort specifieker te zijn. Je moet opschrijven wat die paar karweitjes waren en nog iets meer zeggen om je verhaal tot leven te laten komen. Bijvoorbeeld, wat is er vanochtend gebeurd? ' Ik keek haar aan. Ik kon niets bedenken. 'Het eerste wat er vanmorgen gebeurde?' vroeg ze. Ik haalde mijn schouders op. 'Ik was laat opgestaan?' zei ik. '...................' donderdag laat opgestaan pap voor ontbijt gegeten mond gebrand eieren geraapt po geleegd voor mevrouw lamsragout voor middageten scones gaan kopen thee opgediend voor mevrouw en dominee verder niks vreemds of raars 'Nou', zei mevrouw toen ze het las. 'Dat is al beter. Maar je moet het nog verder uitwerken en meer details toevoegen.' Dus toen zei ik voor de grap: 'O, had ik verder moeten uitwerken wat er in de pispot zat, madame?' (Waarna ik m'n eigen wel kon slaan, verdomme, want dat was niet bepaald het soort lolligheid voor een dáme.) Mevrouw keek me alleen maar aan en zei: 'Nee, maar dit verslag lééft niet voor me.' Ik zei tegen haar dat het me echt speet, maar ik wist niet wat ik anders moest schrijven. En ze zuchtte en zei dat ze het erg op prijs zou stellen als ik de volgende dag niet alleen schreef wat ik deed, de huishoudelijke karweitjes en zo, maar ook hoe ik me erover voelde en wat ik dácht als ik die karweitjes deed. Jezus Mina, dacht ik bij m'n eigen, wat heb iemand dáár nou aan? En misschien heb ik dat ook wel gezegd, maar niet met die woorden, en toen zei mevrouw, als je het doet geef ik je een shilling extra, dus ik dacht God, laat ik het mens gelukkig maken. Maar nu doe ik te stoer. Om de waarheid te zeggen kon me die extra shilling geen moer schelen, ik wilde alleen maar mevrouw een plezier doen.